
In een historisch precedent heeft het U.S. Department of Homeland Security (DHS) een federale dagvaarding uitgevaardigd waarmee OpenAI verplicht werd gebruikers‑chatdata van ChatGPT te overleggen. Dit markeert een belangrijk keerpunt voor dataprivacy in het tijdperk van kunstmatige intelligentie.
Onderzoekers onderzochten een zaak rond kindermisbruik op het dark web, en bevalen OpenAI tot openbaarmaking van de prompts die door een verdachte waren ingevoerd, inclusief gegevens uit andere ChatGPT‑sessies, meldt Forbes. Dit is iets dat OpenAI-CEO Sam Altman in juli al ter sprake bracht in een andere context, maar het is nu werkelijkheid geworden en zal ongetwijfeld in toekomstige zaken worden gebruikt. OpenAI voldeed en leverde een Excel‑bestand met de gevraagde data – de eerste bekende keer dat een generatieve AI‑leverancier gedwongen werd om prompt‑niveau informatie aan autoriteiten te overhandigen.
De zaak zet een precedent: AI‑prompts worden nu juridisch bruikbaar bewijs, vergelijkbaar met zoekopdrachten of tekstberichten. Experts waarschuwen dat dit de manier waarop overheden, bedrijven en rechtbanken omgaan met AI‑gegenereerde data drastisch kan veranderen.
“We zien het rechtssysteem een keten van bewaring voor gedachten tot stand brengen,” aldus Justin Endres, hoofd Data Security bij Seclore. “Wanneer agentische AI gemeengoed wordt, zullen rechtbanken niet alleen vragen wie de prompt typte — ze zullen vragen wie de AI‑agent autoriseerde en wie ‘m trainde zo te handelen.”
Hoewel OpenAI’s medewerking volgens standaardprocedures verliep, zien privacyvoorvechters dit moment als een nieuw dilemma: zouden AI‑platforms überhaupt gebruikersprompts moeten opslaan, of standaard sessies moeten “vergeten“?
Endres stelt dat bedrijven dringend moeten heroverwegen hoe lang AI‑data bewaard wordt, en waarschuwt dat overheden en bedrijven onvoorbereid zijn op de privacy‑gevolgen. “Organisaties moeten kiezen of ze vooral wetshandhaving‑proof willen zijn of privacy‑first – en eigenlijk hadden ze daar vijf jaar geleden al mee moeten beginnen.“
De uitspraak kan ook AI‑providers naar data‑lokalisatie drijven, waarbij gebruikersinteracties binnen nationale grenzen blijven om buitenlandse dagvaardingen te vermijden. “Als de data van een EU‑burger op Amerikaanse servers toegankelijk wordt, kan dat ernstige overtredingen oproepen,” zei Endres.
Deze dagvaarding lijkt misschien beperkt, maar de gevolgen zijn omvangrijk – het moment waarop AI‑bedrijven voor een fundamentele keuze staan tussen wereldwijde medewerking en gebruikersprivacy, een balans die de toekomst van kunstmatige intelligentie mee zal bepalen.









