Meta wordt ervan beschuldigd intern onderzoek te hebben achtergehouden waaruit bleek dat het gebruik van Facebook negatieve gevolgen kan hebben voor de mentale gezondheid van gebruikers. Dat blijkt uit recent vrijgegeven rechtbankdocumenten, aldus persbureau Reuters. De beschuldigingen maken deel uit van een bredere rechtszaak die door Amerikaanse schooldistricten is aangespannen tegen Meta, Google, TikTok en Snapchat. Zij stellen dat de platforms bewust risico’s voor gebruikers verborgen hielden voor ouders, studenten en onderwijspersoneel.
Volgens de documenten concludeerde een intern onderzoek van Meta — het “Project Mercury” uit 2020, uitgevoerd met onderzoeksbureau Nielsen — dat gebruikers die Facebook een week lang deactiveerden, minder last hadden van depressie, angst, eenzaamheid en sociale vergelijking. In plaats van de bevindingen te publiceren of verder te onderzoeken, zou Meta het onderzoek hebben stopgezet en de resultaten hebben afgedaan als beïnvloed door negatieve mediaberichtgeving. In de documenten wordt een interne boodschap aangehaald waarin een medewerker de resultaten juist geloofwaardig noemt en de beslissing om ze te verzwijgen vergelijkt met hoe tabaksfabrikanten vroeger bewijs over gezondheidsrisico’s achterhielden.
Hoewel Meta intern risico’s zou hebben erkend, zou het bedrijf Amerikaanse politici hebben verteld dat het geen manier had om te meten of de platforms jongeren schaden. In een reactie zei Meta-woordvoerder Andy Stone dat het onderzoek methodologische gebreken had en benadrukte hij dat het bedrijf al jaren werkt aan betere veiligheidsmaatregelen voor jonge gebruikers.
De bredere aanklacht stelt dat verschillende platforms er niet in slaagden minderjarigen te beschermen, het gebruik door jonge kinderen aanmoedigden, risico’s bagatelliseerden en veiligheidsfuncties ontwierpen die niet effectief waren of geen prioriteit kregen ten opzichte van groei. In het geval van TikTok zou het bedrijf zelfs geprobeerd hebben invloed uit te oefenen op kindgerichte organisaties, waaronder de Amerikaanse National PTA, nadat het deze had gesponsord.
Meta wordt ook beschuldigd van het te laat verwijderen van accounts die betrokken waren bij mensenhandel via het platform, het vertragen van maatregelen tegen online kinderlokkers en het bewust blootstellen van jongeren aan schadelijke content om betrokkenheid te vergroten. Interne communicatie zou aantonen dat Mark Zuckerberg prioriteit gaf aan de ontwikkeling van de metaverse boven zorgen over kindveiligheid.
Meta wijst alle beschuldigingen krachtig van de hand en stelt dat uitspraken uit hun context zijn gehaald. Het bedrijf probeert ook de toegang tot sommige interne documenten uit de zaak te beperken.
Een hoorzitting over deze zaak staat gepland voor 26 januari in het Northern District of California.
Dit is de meest recente in een reeks rechtszaken tegen Meta en haar dochtermerken. Onlangs kreeg het bedrijf nog een boete van 479 miljoen euro opgelegd door een Spaanse rechtbank wegens oneerlijke concurrentie, terwijl meerdere landen onderzoeken of Meta haar dominante positie gebruikt om producten op te dringen of om te sturen hoe gebruikers informatie ontvangen via de apps.
